het onderwijsprogramma op langere termijn

Afgelopen week is er met twee directeuren gesproken over mogelijke andere behoeften dan de bijscholing op het programma Engels dat we nu zijn gestart. Uit dit gesprek en uit andere indrukken is duidelijk geworden dat de noden in het onderwijssysteem groot zijn, bijvoorbeeld:
• er zijn beperkt leermiddelen aanwezig
• de organisatie van het onderwijssysteem heeft zijn beperkingen
• eindexamens zijn niet afgestemd op het onderwijsniveau op het platteland
• het nivo van de docenten is gemiddeld laag en verschilt enorm
• het vak van docent heeft een lage status (vanwege slechte salariëring), alleen de mindere studenten gaan in het onderwijs
• veel docenten in de B-vakken hebben zelf nog nooit een proefopstelling gezien
• de klassen zijn veel te groot
• leerlingen hebben vanaf hun puberteit andere dingen aan hun hoofd dan naar school gaan (namelijk geld verdienen voor zichzelf en hun familie)
• de huisvestings- en sociale condities om geconcentreerd met school bezig te zijn, zijn zeer beperkt (huiswerk maken bij een kaarsje is gewoon lastig).
Vanwege dit inzicht hebben we besloten het voorgenomen onderzoek naar de oorzaken van de grootschalige voortijdige schooluitval niet uit te voeren. We begeven ons in een te complexe zaak, waar we met onze mogelijkheden en middelen op dit moment weinig aan kunnen bijdragen. Wel zullen we de provinciale directeur adviseren een onderzoek te doen naar de eindexamenresultaten per vak om in de toekomst wellicht beter te kunnen kiezen op welk vak de speerpunt te richten.
Wij hebben er voor gekozen om in ons project bezig te blijven met het vak Engels en daarin in de toekomst te blijven investeren. Beter éen zaak goed aangepakt dan versnipperd bezig te zijn. De komende week zullen we met onze groep en met de docenten en directies hier beraden op wat een efficiënt vervolg is op het project zoals we dat nu uitvoeren. Het oorspronkelijke idee is om volgende zomer terug te keren met een nieuwe groep docenten. Er zijn grote vragen bij de zinvolheid daarvan. Er zijn wellicht betere alternatieven. Daar komen we op terug.
Voor nu hebben we besloten in het programma van deze en komende week een accent toe te voegen, namelijk het onderrichten van de docenten uit de stad (waar electriciteit en dus computers aanwezig zijn) intensiever te gaan scholen op software, vooral Word en Encarta. We durven er niet op te vertrouwen dat de ict-onderhoudsmensen die we geschoold hebben, genoeg in huis hebben om een en ander te kunnen onderrichten als wij weer weg zijn. Dus elke dag vanaf 16.00u zullen deze mensen extra bijscholing krijgen. Weer een hoop werk voor ons erbij, maar allez, daar zijn we voor hier. We hebben het eigenlijk best druk en zijn ’s avonds echt moe. We maken langere werkdagen dan thuis. Maar het enthousiasme van de mensen en de geweldige setting, maken dat meer dan goed.